Postdoc Florencia Abinzano is groot voorstander van het delen van fouten

‘Ook negatieve onderzoeksresultaten verdienen publicatie - daar kunnen anderen van leren’

24 juni 2024

Postdoc Florencia Abinzano was genomineerd voor de Trial and Error-award. Deze prijs is in het leven geroepen om meer bewustzijn te creëren voor open science: het openlijk delen van alle onderzoeksresultaten, positieve en negatieve, in de wetenschap.

Postdoc Florencia Abinzano in het lab bij Biomedical Engineering. Foto: Bart van Overbeeke
Postdoc Florencia Abinzano in het lab bij Biomedical Engineering. Foto: Bart van Overbeeke

Wetenschappelijk onderzoek loopt niet altijd zoals van tevoren bedacht of gehoopt. Soms houdt je hypothese geen stand, worden er fouten gemaakt. Soms leveren experimenten negatieve of onbruikbare resultaten op, die vervolgens in de prullenbak belanden. Postdoc Florencia Abinzano stond er juist op de negatieve resultaten van een dierstudie uit haar promotieonderzoek te publiceren samen met haar team, zodat anderen ervan kunnen leren. Daarvoor werd ze genomineerd voor de Trial and Error-award.

Het lijkt misschien een dubieuze eer om in de running te zijn voor een Trial and Error-award, maar Abinzano is er trots op. Ze werd genomineerd voor een onderdeel van haar aan de Universiteit Utrecht. Sinds 2022 werkt ze als senior onderzoeker aan kraakbeenherstel aan ý-faculteit Biomedical Engineering, in de groep Orthopaedic Biomechanics.

Haar promotie rondde af in maart 2024, twee kinderen, een coronapandemie, en een baan aan de ý rijker. In het slotwoord van haar proefschrift bedankt ze naast haar familie en collega’s ook de acht pony’s die zijn gestorven voor het onderzoek dat ze deed naar kraakbeenherstel.

Negatieve resultaten

Abinzano legt uit wat er is gebeurd: “Ik werkte aan een deelonderzoek in groot project. Mijn focus lag op kraakbeenherstel, anderen werkten aan een botimplantaat. “Alles leek in orde, maar soms zijn deze verschillende en beperkte modellen niet genoeg om de complexe situatie in een menselijke knie na te bootsen. Helaas hebben we dit op de harde manier moeten leren. Daarom werken we nu aan de ontwikkeling van meer realistische modellen met behulp van bioreactoren.”

“We hebben zes maanden lang in vivo onderzoek gedaan. Zoveel werk, van zoveel mensen, en dan met lege handen staan, was enorm teleurstellend. Door het probleem met het botimplantaat, konden we ook geen conclusies trekken over het kraakbeenherstel. We hadden ongelofelijk veel data en acht dode pony’s. We vreesden dat de data ergens in een la zou eindigen, omdat de resultaten negatief waren.”

Abinzano wil niet dat haar ervaring voor niks is geweest. “Ik heb waardevolle lessen geleerd over hoe we dingen anders hadden kunnen doen. Ik wil dat anderen van mijn fouten kunnen leren.”

Journal of Trial and Error

Abinzano besloot met andere leden van haar onderzoeksteam uit een te schrijven over de geleerde lessen en dat aan te bieden voor publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Trial and Error.

“Dat was een langer proces dan ik had gehoopt, maar nu was al het onderzoek dat we hebben gedaan niet voor niks. Andere onderzoekers kunnen in het artikel lezen wat er misging in ons project. En leren wat ze zelf beter kunnen doen.”

Gat dichten

Het open access tijdschrift Trial and Error is een initiatief van de Universiteit Utrecht. Het doel is ‘het gat dichten tussen wat onderzocht en gepubliceerd wordt’, zo schrijven ze op hun website. “Het is een klein tijdschrift, maar de mensen die het maken, nemen open science extreem serieus”, zegt Abinzano. Publiceren in dit open access tijdschrift is gratis, dankzij financiële steun van het Descartes Centrum voor de Geschiedenis en Filosofie van de Wetenschappen en de Geesteswetenschappen aan de Universiteit Utrecht.

Ze publiceren niet alleen gefaalde experimenten, maar ook afgewezen onderzoeksvoorstellen. En artikelen waarin gereflecteerd wordt op meta-science: wetenschappelijke studies naar de wetenschap zelf en de uitdagingen die daarbij horen.

Het Journal of Trial and Error is een fantastisch platform om negatieve resultaten te kunnen publiceren. Ik ben blij dat we het gevonden hebben.

Postdoc Florencia Abinzano

Interesse uit de wetenschappelijke gemeenschap

Abinzano schreef ook een samenvatting van de publicatie voor verschillende internationale conferenties. Ze verwachtte dat die ergens op een poster in een hoekje zou komen hangen. “Ze vroegen ons echter om presentaties voor te bereiden met veel aanloop. We kregen veel respons in goedbezochte sessies over hoe belangrijk het is om over negatieve resultaten te praten. Ze niet weg te stoppen. Andere onderzoekers wilden weten hoe het me gelukt was hierover te publiceren en waarom we niet dat meer doen.”

Award

De in maart uitgereikte Trial and Error- is in het leven geroepen door de redactie van het gelijknamige tijdschrift. Om bewustzijn te creëren rondom falen in de wetenschap, en het te prijzen. Abinzano won niet, maar heeft er toch veel voldoening en lessen uit gehaald.

Ze had geen moment twijfels om te publiceren over haar gefaalde onderzoek. “Ik had destijds wél twijfels over het proces, maar was niet degene die de beslissingen maakte. Ik zou me nu niet meer ergens in laten haasten. Je moet dit soort proeven doen omdat je er klaar voor bent, niet omdat de beurs afloopt.”

Publiceer ál je resultaten, ook degenen die er niet toe lijken te doen. Dan hoeven anderen dit niet nog eens te onderzoeken.

Postdoc Florencia Abinzano

Kraak het kraakbeen

Kraakbeenweefsel, dat zich bevindt aan de uiteinden van lange botten, vormt dunne kussentjes tussen bewegende gewrichten. Hierdoor kunnen botten gemakkelijk en pijnloos over elkaar schuiven.

Vergis je niet in kraakbeen, waarschuwt Abinzano als ze het over haar favoriete onderzoeksonderwerp heeft. “Het lijkt een relatief simpel weefsel, omdat er geen zenuwen of bloedvaten in zitten. In de begindagen van tissue engineering dacht men dat ze daarom snel een oplossing zouden vinden voor slijtage aan kraakbeen. Maar twintig jaar later hebben we nog steeds geen kraakbeen weten te ontwikkelen dat lang genoeg meegaat.”

Kniegewricht

Abinzano focust zich op herstel van kraakbeen, specifiek in het kniegewricht. Wanneer kraakbeen in de knie beschadigd raakt, zorgt dat voor veel pijn en ongemak bij patiënten. Zonder behandeling kan het leiden tot vroege artrose.

In Nederland lijden anderhalf miljoen mensen aan artrose door slijtage van het kraakbeen. “Kraakbeen kan zichzelf niet repareren, maar met hulp van buitenaf lukt het mogelijk wel”, zegt de van oorsprong Argentijnse onderzoeker.

Een kniegewricht met kraakbeen in het kniegewricht. De blauwe schijven aan het eind van de botten is het kraakbeen. Beeld: Proefschrift Florencia Abinzano, gemaakt met Biorender.com
Een kniegewricht met kraakbeen in het kniegewricht. De blauwe schijven aan het eind van de botten is het kraakbeen. Beeld: Proefschrift Florencia Abinzano, gemaakt met Biorender.com

Bedrieglijk eenvoudig

“Maar kraakbeen is bedrieglijk eenvoudig materiaal, omdat de mechanische eigenschappen een gevolg zijn van een complexe structuur op microscopisch niveau. Dit blijkt heel moeilijk te reproduceren in het laboratorium of bij patiënten. Het kraakbeen dat we nu in het laboratorium kunnen maken, breekt na implantatie te snel af. En het is nooit zo goed als het lichaamseigen kraakbeen in je knie.”

Aan de ý gebruikt Abinzano een geavanceerd kraakbeenmodel om mogelijke behandelingen voor kraakbeenherstel te testen. Dit gebeurt in een bioreactor die de krachten in het kniegewricht kan nabootsen. Pas wanneer deze modellen in het laboratorium zijn gevalideerd, is het tijd voor dierproeven.

“Ik heb geleerd dat je niet te snel op proefdieren moet testen. We krijgen nu van het Máxima Medisch Centrum overblijfsels van knieën van patiënten die een kunstknie hebben gekregen. Daar testen we onze theorie eerst op in het laboratorium, voor we in dieren gaan testen. Ik hoop dat we hiermee het aantal dierproeven uiteindelijk kunnen terugbrengen of zelfs afschaffen.”

Een ‘plug’ die zowel kraakbeen als bot bevat, wordt gebruikt als model voor kraakbeenherstel. Deze wordt gewonnen uit donor- of dierlijk materiaal. Er wordt een gat geboord in het kraakbeen, dat kan worden gevuld met een mogelijke behandeling. Dit wordt vervolgens geplaatst in een bioreactor die de krachten in de knie nabootst. Het ontwikkelen van deze complexe modellen kan helpen het dieronderzoek te verminderen. Foto: Bart van Overbeeke
Een ‘plug’ die zowel kraakbeen als bot bevat, wordt gebruikt als model voor kraakbeenherstel. Deze wordt gewonnen uit donor- of dierlijk materiaal. Er wordt een gat geboord in het kraakbeen, dat kan worden gevuld met een mogelijke behandeling. Dit wordt vervolgens geplaatst in een bioreactor die de krachten in de knie nabootst. Het ontwikkelen van deze complexe modellen kan helpen het dieronderzoek te verminderen. Foto: Bart van Overbeeke

Hoopvolle kniepatiënten

Al sinds haar masteropleiding bijt Abinzano zich vast in het laten groeien van kraakbeen. “Mijn einddoel is het maken van een biologisch implantaat waarmee je beschadigd kraakbeen kunt vervangen. Dat met de patiënt kan meegroeien. Daar wachten veel kniepatiënten hoopvol op.”

Ze is realistisch genoeg om te beseffen dat het nog enige tijd gaat kosten voor de heilige graal is gevonden. “Mocht het mij niet lukken, dan hoop ik dat de studenten die we hier opleiden het wél voor elkaar krijgen in de toekomst. Daar doe ik hard mijn best voor, want hiermee kunnen we uiteindelijk heel veel mensen helpen.”

Uit onze strategie: over open science

Als maatschappelijke organisatie richt de ý zich op het genereren en verspreiden van kennis. Onderzoek dat betaald wordt uit publieke middelen moet wereldwijd vrij toegankelijk zijn. Dat geldt voor zowel wetenschappelijke publicaties, als ook andere vormen van wetenschappelijke output. Door onze onderzoeksresultaten en -methodes te delen met iedereen die ze lezen wil - open science - delen wij onze kennis met de maatschappij, bedrijven en wetenschappelijke collega’s.

We streven naar meer samenwerking en transparantie in alle fases van het onderzoek zodat anderen ervan kunnen leren. En we samen kunnen werken aan de oplossingen voor de uitdagingen van de toekomst.

Geschreven door

Brigit Span
(Corporate Storyteller)

Meer over onze strategie

Blijf ons volgen