Patrouille Vijf

鈥淓ffe een kebab scoren op de markt.鈥 Ik zwaaide met het nieuwe kogelvrije vest naar de chef terwijl ik langs de balie liep.
Hij gaf me een vuile blik door de polycarbonaatruit heen en ramde op de knop van zijn microfoon. 鈥淓erst dat nieuwe vest aan,鈥 bulderde zijn basstem door de luidspreker.
Ik knikte. 鈥淢eteen als ik gegeten heb.鈥
鈥淣ee, nu.鈥
鈥淒oe me een plezier, chef. Ik val bijna om. Sinds vanochtend heb ik niks鈥︹
鈥淏esmetme nog eens aan toe! Je loopt rond alsof je een doelwit op je borst hebt,鈥 ging hij op windkracht tien verder. 鈥淓en beetje die autonomen uitnodigen om mijn poppetjes te beschieten? Kom op.鈥 Hij wees onverbiddelijk naar het vest en stopte zijn e-sigaar in zijn mond.
Met een zucht smeet ik het vest op een van de bankjes langs de muur. 鈥淛a, moeder.鈥 Ze stierf toen ik 11 was. Covid-19, de moeder van alle pandemie毛n. Ik begon mijn helm los te gespen. De bewegingen deden pijn op mijn borst.
鈥淶al ik helpen?鈥 klonk de intonatieloze stem van Lance 928 naast me.
Ik trok de helm af, legde hem op het bankje en schudde mijn hoofd.
Voorzichtig maakte ik de gespen van mijn oude vest los. Ik beet op mijn tanden toen ik het over mijn hoofd uitdeed. Even hield ik het voor me in de lucht.
Ja, een behoorlijk gat, precies ter hoogte van mijn hart. Het leek op een ge毛xplodeerde vulkaan, maar dan met een kluwen dyneema-rafels, gelardeerd met metaalscherven in plaats van lava. Ik stopte mijn vinger tussen de kluwen en de metaalscherven door en voelde de grafeenborstplaat aan de binnenkant. Niet dat dat nodig was. Ik wist al dat die nog intact was. Anders had ik wel meer gehad dan een blauwe plek op mijn borst.
Lance keek over mijn schouder mee. 鈥淧unt vijftig.鈥
Ik knikte. 鈥淒umdum. Die geprinte pistolen worden steeds krachtiger.鈥
鈥淓n nauwkeuriger.鈥
鈥淕elukkig maar dat zijn kamer na 茅茅n schot kapot was.鈥
鈥淗et spijt me dat ik hem niet eerder kon uitschakelen.鈥
鈥淣iet jouw schuld.鈥 Ik verhief mijn stem zodat de chef het kon horen. 鈥淢aar van die slijmjurken die ons met niet-dodelijke zooi tegen dit oorlogsgeweld op laten boksen.鈥
De chef stelde niet teleur: 鈥淛e weet waar je klachten naartoe kunt mailen.鈥 Hij stond op en wees naar zijn kont. 鈥淣aar de minister.鈥
鈥淧atrouille Vijf,鈥 riep ik in de radio om boven het gekletter van de regen op de koepel van de vliegert uit te komen. Ik wreef over mijn pijnlijke borst. Het nieuwe vest leek strakker te zitten, ik voelde elke ademteug. 鈥淲e zijn geparkeerd in de Granaatappelsteeg. Effe voltanken met kweekvlees.鈥
鈥淛e hoeft niet zo te schreeuwen, Patrouille Vijf,鈥 baste de chef op de radio. 鈥淚k ben niet doof. Da鈥檚 genomen. Meld je als je weer beschikbaar bent.鈥
鈥淒oe ik.鈥 Ik klapte mijn vizier dicht en drukte op de ontgrendelknop. De koepel zwaaide open, de veiligheidsriemen schoten los. Regendruppels beukten op mijn helm terwijl ik uitstapte.
鈥淢eegaan?鈥 Lance keek me aan.
鈥淣ergens voor nodig.鈥 De stemvervormer in mijn vizier liet mijn stem even mechanisch klinken als die van Lance. Met die helm op had ik ook bijna hetzelfde 鈥榞ezicht鈥 als hij. Om andro茂dediscriminatie te voorkomen, moesten agenten en e-genten zoveel mogelijk op elkaar lijken. 鈥淏en zo terug.鈥 Met slappe benen en een beetje licht in mijn hoofd liep ik over het bruggetje en draaide de Frambozenstraat in, een etalagestraat die leek op alle andere in moderne binnensteden. Tussen de plassen dampte het warme asfalt nog van de zomerzon van daarnet. Ik rook alleen maar het stoffig zoete geurtje van het luchtfilter voor in mijn helm.
Terwijl ik de Amazon-etalage passeerde, zag ik verderop twee paraplu鈥檚 bij de Bol-etalage, erg dicht bij elkaar. Onder de ene een vrouw, onder de tweede twee mannen, allemaal met maskers volgens voorschrift op: mond en neus bedekt, ogen, oren en hoofd vrij. Alleen agenten mochten meer dan mond en neus bedekken.
鈥淎nderhalve meter, mensen,鈥 riep ik toen ik ze naderde.
鈥淒an word ik nat.鈥 Zijn ogen keken me verwijtend en brutaal aan. Hij was bijna een kop groter dan de man naast hem. En behoorlijk breed.
Ik bleef staan en legde voor de zekerheid mijn hand op mijn taserholster. Voordat ik iets kon zeggen, nam de kleinere man het woord. 鈥淲e hebben een gezamenlijk huishouden,鈥 zei hij vriendelijk.
鈥淎lle drie?鈥 vroeg ik verbaasd.
鈥淛a,鈥 zeiden ze, bijna in koor.
Ik trok mijn ID-scanner van mijn riem en richtte die op zijn ogen: Bas van Gorp, getrouwd met Evan Winkelman. Inderdaad de naam van de grote man. Toen ik de scanner op de vrouw onder de andere paraplu richtte, bleek het zijn zus te zijn. Zij had hetzelfde woonadres als de twee mannen en was ongetrouwd. Sprekende blauwe ogen, honingblond haar鈥 Ik checkte even haar gezondheidsrapport. Nee, niet compatibel. Natuurlijk niet鈥
鈥淎kkoord,鈥 bromde ik en hing mijn scanner weer aan mijn riem. 鈥淧robeer maar gauw uit die regen te komen. Is niet goed voor de weerstand. Fijne dag nog verder.鈥 Ik tikte tegen mijn helm en liep verder.
鈥淐ovidnazi!鈥 hoorde ik de brede man mij naroepen.
Ik negeerde het en liep de markt op. 鈥淒e-escalatie,鈥 hoorde ik de trainer op de politieacademie in mijn kop zeggen. 鈥淒e-escalatie is het toverwoord.鈥 In werkelijkheid had ik de fut niet meer om zo鈥檔 sukkel voor ambtelijke belediging op te pakken.
Het was niet druk op de markt. Niemand loopt graag door de regen. De enkeling die het weer wel had getrotseerd, hield zich netjes aan de anderhalve meter. Wie mij zag komen, ging extra ver opzij.
Ik slenterde tussen de aanhangwagens en vrachtvliegerts door. Waar de kebab-aanhanger normaal stond, was een kledingkraampje. Een van de overhemden op het scherm zag er niet slecht uit: donkerblauw met een zilvergrijs patroontje in de nieuwste Chinese snit. Ik wees ernaar op het no-touch-screen en meteen verscheen het groot op het scherm. De kleur was te vari毛ren van azuurblauw tot indigo.
Aan de zijkant ging de deur van een van de pashokjes open. Een vrouw stapte eruit en stak een jurk in een boodschappentas. Ze gaf me een knikje toen ze wegliep. Achter haar ging het pashokje dicht. Een sissend geluid. Een wolk stoom kwam uit het rooster in de deur en het lichtje boven de deur veranderde van rood in groen. Het hokje was dus weer gesteriliseerd. Mijn maag rammelde. Ik schudde mijn hoofd: geen tijd nu om overhemden te passen.
Een paar kraampjes verder was een automatiekaanhanger. Ik wees een broodje giraffekroket op het no-touch-screen aan en haalde mijn bankpas langs de kassascanner.
Een luikje ging open en de la met daarop een papieren bordje met een broodje schoof naar buiten.
Ik opende mijn vizier. Giraffe was een van de sappigere smaken. Als ik mijn ogen dicht deed kon ik mezelf bijna wijsmaken dat het een van de echte vleeskroketten was die ik als kind nog van mijn moeder kreeg.
Toen ik halverwege mijn broodje op het scherm keek wat ik als volgende zou eten, bliepte mijn radio. 鈥淲e moeten iemand oppakken in een flat boven in de Frambozenstraat,鈥 klonk Lances stem. De etalagestraat waar ik daarnet doorheen was gelopen. Boven de etalages waren allemaal studentenflats. Regelmatig pikten we er een med-dealer op鈥 of een prossie.
Ik drukte op de knop onder aan mijn schouder en sprak in de microfoon. 鈥淥k茅, ik ontmoet je daar.鈥 Meteen draaide ik me om en liep terug. 鈥淲at is de beschuldiging?鈥
鈥淒eelname aan illegaal feest en verspreiding van nepnieuws.鈥
鈥淚npandig?鈥 vroeg ik.
鈥淛a. En meer dan twintig deelnemers op nog geen honderd vierkante meter, van wie twee ge茂nfecteerden.鈥
Ik schudde het hoofd. Stommelingen! 鈥淰erplichte quarantaine?鈥 Terwijl ik de Frambozenstraat in draaide, stak ik de laatste hap in mijn mond.
鈥淶es weken. En ondervraging en zeker stellen van alle elektronica zodat de officier naar de nepnieuwsbeschuldiging kan kijken.鈥
鈥淚s er een bewijsteam onderweg?鈥 Terwijl ik Lance me tegemoet zag komen, gooide ik het papier in een papierbak aan een paaltje en klapte mijn vizier dicht.
鈥淲e moeten kijken of dat nodig is.鈥
鈥淟ekker.鈥 We mochten dus weer zelf met de zooi slepen.
Lance bleef voor een portiek tussen de Zalando- en de Tesla-etalage staan. Drie belknoppen met naamplaatjes. Lances vinger wees naar de middelste. Toen ik het naambordje las, was het alsof ik een klap met een voorhamer kreeg.
鈥淢-meike Schellinger?鈥 bracht ik er stotterend uit.
鈥淛a,鈥 zei Lance.
鈥淲-weet je dat zeker?鈥
鈥淛a,鈥 herhaalde Lance op dezelfde toonloze manier. 鈥淓en bekende?鈥
Ik hapte naar adem maar wist niet wat ik erop moest zeggen.
鈥淕een strafblad volgens mijn database,鈥 ging hij verder. 鈥淓en informant van je misschien? Of iemand die je ooit een waarschuwing hebt gegeven als prossie of dealer.鈥
Ik schudde mijn hoofd en schraapte mijn keel. 鈥淕eloof het niet. Kwam me even bekend voor. Maar ik vergiste me.鈥 Nee, ik vergiste me niet. Was dat de eerste keer in al die jaren dat ik tegen mijn maat heb gelogen? Nou, ja鈥 het ging hem niet aan. En op het werk, had het ook geen invloed. Als Mikey echt zo dom was geweest, dan moest ze zo snel mogelijk de quarantaine in. 鈥淚k ga naar het steegje hierachter voor als ze via de achterdeur wil vluchten. Wacht even tot ik je waarschuw.鈥 Ik liep langs hem heen en wees naar de kleding achter de etalageruit. 鈥淜un jij ondertussen van de etalage genieten.鈥
鈥淛e weet toch dat ik nooit andere kleren draag dan mijn politiepantser?鈥
Ik grijnsde. Andro茂den zijn zo voorspelbaar.
Vier, vijf鈥 als ik de poortjes en tuindeuren in het steegje goed had geteld, moest dit het juiste pand zijn. Bukkend gluurde ik tussen de spleten in de schutting door, maar de achterkant van de etalages was geblindeerd. Twee poortjes eerder had ik nog de achterkant van de Coolblue-etalage gezien dus dat klopte. Ik drukte op de knop van mijn microfoon. 鈥淚k ben er, Lance. Bel maar aan.鈥
Ik ontgespte mijn taserholster en keek even links en rechts: niemand in het steegje te zien. Voorzichtig greep ik de klink van de poort en drukte hem omlaag.
Op slot.
Een vage geur prikkelde mijn neus en liet het water in mijn mond lopen. Draadjesvlees. Rook ik nou draadjesvlees? Ik had het niet meer gegeten sinds mijn grootmoeder was gestorven.
Glurend door de spleten in de schutting, liet ik de klink los en zette mijn taser op actief. Er kwam een kleine hoge fluittoon uit die steeds hoger werd en langzaam verdween. Ik stond klaar om opzij te stappen, zodat ik helemaal achter de schutting verborgen zou zijn.
Ik spitste mijn oren, maar hoorde alleen mijn eigen ademhaling in de helm. Even controleerde ik of de taser wel los zat.
Ja, hij gleed zo op en neer in de holster. Nog een keer om me heen kijken: nog steeds niemand.
Plotseling ging er een schok door me heen. De rust in mijn helm werd verstoord door Lances stem. 鈥淚k heb me ge茂dentificeerd als politie. Ze zei 鈥榤omentje鈥.鈥
Ik hield mijn adem in. Er zou nu elk moment iets gebeuren. Ik wedde met mezelf dat het tien tegen een was dat de achterdeur open zou zwaaien en鈥
鈥eteen won ik.
Ik sprong achteruit, trok mijn taser en bukte een beetje meer.
Voetstappen op grind kwamen snel dichterbij. Een sleutel in het slot van de tuinpoort.
Terwijl ik nog twee stappen achteruit zette, gluurde ik snel om me heen.
Niemand in het steegje. Veilig om te schieten als het nodig was.
De tuinpoort vloog open. Iemand sprong erdoorheen.
Mikey. Ze was het. Haar grote groene ogen keken me verschrikt aan. Haar altijd zo lange haren hadden plaatsgemaakt voor een boblijn en ze leek spichtiger dan vroeger. Maar ze was het鈥 overduidelijk.
Ze draaide zich om en begon te rennen.
Op dat moment reageerde ik pas: 鈥淗alt! Halt of ik schiet.鈥 Ik richtte de taser op haar.
Maar ze stopte niet.
鈥淗alt! Ik meen het.鈥
Ze rende zo hard ze kon.
Mijn vinger op de trekker aarzelde. Waarom aarzelde ik? Dit was mijn plicht. Bij ieder ander had ik al lang afgedrukt. Kom op!
鈥淪toppen, nu! Of je krijgt er spijt van.鈥
De taserstatistieken schoten door mijn kop. Het aantal dodelijke schietincidenten met de taser was minder dan een procent. Het was een niet-dodelijk wapen. Niet dodelijk, wel pijnlijk.
Ze was aan het einde van het steegje. Als ik nu niet afdrukte, zou ze ontsnappen鈥 of erger nog: in Lances handen vallen, die geen bedenkingen zou hebben. Het was al moeilijk op deze afstand.
Ik beet op mijn tanden, mikte wat hoger om voor de afstand te compenseren en drukte af.
Ze greep de paal aan het eind van het steegje en zwiepte de bocht om.
Maar mijn taserdraden raakten haar in haar kuit en beten zich vast. 鈥淎aah!鈥 Stuiptrekkend lag ze op de grond.
Met mijn ogen dicht hield ik de trekker ingedrukt. Het moest. Het virus mocht niet verder verspreid worden.
Ik drukte op mijn microfoonknop. 鈥淚k heb haar. Aan de oostkant van de steeg.鈥 Even liet ik de trekker los. 鈥淩ustig blijven liggen. We zijn zo bij u.鈥
Maar haar handen gingen naar de draden in haar kuiten.
鈥淪top,鈥 riep ik wanhopig uit. 鈥淣iet鈥︹
Maar ze greep de draden. Dus drukte ik nog eens af.
鈥淎ah!鈥 Haar geschreeuw ging door merg en been. Het was alsof ik het zelf in mijn kuit voelde, net als de allereerste keer dat ik de taser had moeten gebruiken. Daarna was het steeds meer een bevredigend gevoel geworden: weer een dader die ik gestopt had. Deze keer draaide mijn maag erbij om.
Eindelijk verscheen Lance en bukte over Mikey. Meteen liet ik de trekker los.
鈥淩ustig blijven liggen,鈥 zei ik terwijl ik de taserdraden door mijn taserpistool liet terughaspelen.
Lance had haar al geboeid toen ik bij haar was en bukte om de tasernaalden uit haar been te trekken.
Haar ogen stijf dichtgeknepen. Zwarte tranen biggelden over haar gezicht. Haar wangen en slapen stonden vol vegen van uitgelopen oogmake-up. Haar gehuil was hartverscheurend.
Maar ik mocht niks laten merken. Ik greep mijn ID-scanner van mijn riem en hield hem voor haar ogen.
Ze hield ze stijf dicht.
鈥淜ijk me aan!鈥 zei ik streng.
Ze opende verschrikt haar ogen.
De scanner reageerde meteen en bevestigde wat ik al lang wist.
鈥淯 bent ge茂dentificeerd als Meike Schellinger,鈥 raffelde ik de standaardriedel af. 鈥淚k houd u aan omdat u gesignaleerd bent bij een illegaal feest en op verdenking van de verspreiding van nepnieuws. Heeft u hier iets op te zeggen?鈥
Ze keek me aan met een stekende blik. Even leek ze niet meer op zichzelf, op Mikey. Ze leek een duivel, vervuld van haat, die mijn ogen eruit wilde rukken鈥 of erger.
Ze spuwde uit alle macht.
De fluim droop langs mijn vizier omlaag.
De tranen biggelden nog steeds uit haar ogen, maar het huilen had als bij toverslag plaatsgemaakt voor opstandigheid. Ze draaide en rolde, probeerde haar boeien uit elkaar te rukken 鈥 stalen boeien uit elkaar rukken? Geen kans.
Ze spartelde met haar benen. Probeerde overeind te komen en trapte om zich heen.
Ik sprong opzij.
鈥淲ederspannigheid?鈥 Lance keek mij aan.
Ik schudde mijn hoofd en greep haar schouder. 鈥淜om.鈥
Lance volgde mijn voorbeeld en greep haar andere schouder. Samen hielpen we haar overeind.
Ze bleef spartelen en proberen om ons te trappen.
鈥淗茅!鈥 Ik schudde haar even kort door elkaar en boog me naar haar over met mijn helm vlak bij haar gezicht. 鈥淛e kunt straks je zegje doen. Maar werk nu even mee, anders moeten we je ook nog voor wederspannigheid aanklagen.鈥
Ze hield op met spartelen, maar ging door met me aankijken alsof ze het boze oog had.
Even was het doodstil, op het gekletter van de regendruppels op mijn helm na.
鈥淰erspreiden,鈥 verbrak Lance ineens de stilte.
Een groepje jongens en meisjes stond een paar meter verderop ons te filmen met hun telefoons.
鈥淎nderhalve meter!鈥 Ik maakte een weids gebaar en begon te lopen richting de vliegert.
Lance 928 en Mikey liepen mee.
De jongens en meisjes mompelden wat, maar deinsden in ieder geval terug en namen afstand van elkaar. Ze bleven echter filmen.
Mikey keek naar hen om en riep: 鈥淲aarschuw de media. Laat zien dat deze fascisten een onschuldige mishandelen.鈥
鈥淲egwezen,鈥 brulde ik. Door de stemvormer voelde ik het woord dreunen in mijn buik. 鈥淥f moeten we jullie arresteren voor belemmering?鈥
Het groepje droop af.
Nadat we Mikey in de arrestantenbak van de vliegert hadden opgesloten, gingen we terug naar haar flat en gooiden alle elektronische apparatuur in een paar boodschappentassen. Er was niets meer in haar flat wat naar mij verwees. Met gemengde gevoelens verzegelde ik haar flat en plakte de sticker COVID-pand op de ruit.
Toen we de apparatuur in de kofferbak van de vliegert gooiden, zat Mikey heel rustig in de arrestantenbak. Ze keek niet meer boos, maar leek zelfs te grijnzen. Toen we in de vliegert stapten, zei ze: 鈥淶ijn jullie nou trots op jezelf? Stelletje grote, sterke mannen. Vind je dat lekker om onschuldige meisjes te tiranniseren? Of zijn jullie allemaal maar machines?鈥
Ik drukte op de vergrendelknop van de vliegert. De koepel zwaaide dicht, de veiligheidsriemen schoten vast. Ik greep de joysticks en steeg op.
鈥淓n?鈥 Met open vizier kwam ik ons kantoortje in en ging naast Lances bureau staan. Alle computers, telefoons, brillen, armbanden en andere elektronische apparatuur die we bij Mikey hadden gevonden lagen voor hem uitgespreid. Ik trok het blikje powercola dat ik net uit de automaat had getrokken open en zette het aan mijn lippen.
鈥淗aar beveiliging stelde niets voor. Ze heeft 3.806 keer nepnieuws-publicaties bekeken en 1.187 keer complottheoriesites bezocht; 796 keer heeft ze opruiende commentaren en blogs gepubliceerd onder twee pseudoniemen: Truthlighter en Eefje Beatrice Hall.鈥
Hoofdschuddend slikte ik mijn powercola door. Ze was er gloeiend bij. 鈥淓en onhandige meeloper?鈥
Lance knikte. 鈥淲e hebben genoeg om haar vijf jaar achter de tralies te krijgen, maar ze lijkt geen gangmaker.鈥
鈥淒us als ze ons een grote kan geven鈥︹ zei ik hoopvol.
Hij knikte. 鈥淢aar als ik zie hoe amateuristisch ze bezig was, schat ik de kans dat zij informatie heeft waarmee we een van de gangmakers kunnen pakken op minder dan tien procent.鈥
Ik perste mijn lippen op elkaar en zeeg neer aan mijn bureau, dat tegenover het zijne stond. 鈥淪trekking?鈥
鈥淕aat alle kanten op. De jaarlijkse pandemievirussen bestaan niet, ze zijn in een overheidslaboratorium gemaakt om de mensen te onderdrukken, er bestaan al lang vaccinaties en geneesmiddelen, de dodelijkheid wordt overdreven, de besmettelijkheid wordt overdreven鈥︹
鈥淕ewoon een dom na茂ef meisje dat nog steeds in de ontkennende fase zit van de realiteit waar we al twintig jaar mee te kampen hebben dus.鈥
Lance knikte. 鈥淪tandaard covidontkenner.鈥
Dom en na茂ef zou misschien ook de beste verdediging voor haar zijn. Misschien dat ze er dan nog met wat quarantaine en een voorwaardelijke straf vanaf zou komen. Maar het wrong. Na茂ef鈥 ja, dat kon ik me nog voorstellen. Maar dom? Wat was er dan toch met de Mikey die ik gekend had gebeurd?
鈥淥k茅 dan.鈥 Ik nam nog een slok van mijn blikje, klapte mijn vizier dicht en stond op.
We liepen het verhoorkamertje in. Ze zat met een van haar handen aan de tafel geboeid. In haar andere hand een bekertje met iets fris: powercola, haar kennende. Ik wees naar het bekertje en ging zitten. 鈥淣og een?鈥 Ik legde het dossier dat Lance had samengesteld voor me op tafel en vouwde het open.
Ze zette het bekertje neer, leunde achterover en wilde haar armen over elkaar slaan. Maar dat ging niet. Dus legde ze haar hand op de elleboog van haar geboeide arm. Ze schudde het hoofd en keek ons uitdagend aan.
Lance schoof naast mij aan.
鈥淐amerabeelden en uw telefoongegevens bewijzen dat u afgelopen donderdag bij een inpandig feest was,鈥 begon ik op de monotone wijze die ze me op de politieacademie hadden geleerd. 鈥淲ist u dat het een illegaal feest was dat niet voldeed aan de regels van sociale afstandhouding?鈥
鈥淚k geloof niet dat ik verplicht ben daarop te antwoorden.鈥
Onder mijn helm glimlachte ik. Volgens haar dossier had ze die rechtenstudie niet afgemaakt. Waarom niet, vroeg ik me af.
鈥淓n dan zijn er nog de bestanden die wij op uw elektronica hebben gevonden,鈥 ging ik verder. 鈥淗eeft u daar een verklaring voor?鈥
Haar ogen gingen van mij naar Lance heen en weer. Alsof ze ons bestudeerde. Ze haalde haar wenkbrauwen op, maar bleef zwijgen.
Lance schoof het dossier naar zich toe en bladerde erdoorheen. Niet dat hij dat nodig had: hij had alle informatie natuurlijk al lang in zijn geheugen鈥 en meer dan er in dat dossier te lezen viel. Maar het was standaardprocedure: altijd camoufleren of je een andro茂de of mens bent. 鈥淒e deelname aan het illegale feest had nog met een paar weken quarantaine afgehandeld kunnen zijn,鈥 merkte Lance op.
鈥淯 weet dat er twee ge茂nfecteerden op dat feest waren?鈥 vulde ik aan. 鈥淏eseft u wat voor risico u daar gelopen heeft?鈥
Ze gaf ons een sceptisch knikje.
鈥淓n nog steeds loopt,鈥 voegde ik er met nadruk aan toe. 鈥淒e mutatie van dit jaar is bijzonder gevaarlijk.鈥
Ze rolde met de ogen en snoof.
鈥淓n die bestanden,鈥 nam Lance het weer over. 鈥淯 weet dat u voor dat vergrijp vijf jaar gevangenisstraf kunt krijgen?鈥
Haar hand bewoog naar haar mond, ze deed alsof ze gaapte. Ik kende haar goed genoeg om te weten dat ze alleen zo theatraal deed als ze zekerder van haar zaak wilde lijken dan ze was.
鈥淯 heeft niets te verklaren?鈥 vroeg Lance.
Hij had dus blijkbaar berekend dat dit zinloos was: we zouden van haar geen antwoord krijgen waardoor we een belangrijker figuur konden pakken. Dus hoefde hij zijn tijd hier niet langer te verspillen en werkte naar het einde van het gesprek toe. Normaal zou ik het met hem eens zijn geweest. Maar dit was Mikey. Ik moest haar ertoe brengen iets te zeggen. Iets waardoor we een deal konden sluiten. Niet alleen omdat ze coulance van de rechter hard nodig zou hebben, maar ook omdat 铆k het wilde weten鈥 m贸est weten鈥 waarom had het met haar zo mis kunnen gaan? Zij was toch altijd de slimste en de meest correcte van ons twee? Zij was degene geweest die als eerste de consequentie had getrokken toen we de uitslag kregen van ons DNA-onderzoek. Zij was degene geweest die ook mij had gedwongen om te gehoorzamen aan de regels.
Ik observeerde haar, zoekend naar de minste aanwijzing dat ze iets zou zeggen. Maar ze gaf geen antwoord. Ze bleef ons maar onverschillig aanstaren.
Lance bracht zijn handen naar zijn rugleuning. Ik kende hem lang genoeg om te weten wat dat betekende: einde gesprek. Hij ging nu opstaan.
Mijn gedachten buitelden over elkaar. Opstaan en weglopen bij Mikey鈥 na al die jaren nog een keer? Nee, dat kon ik niet.
Ik bladerde door haar dossier. 鈥淩echtenstudie, daarna economie, filosofie鈥 waarom heeft u nooit een studie afgemaakt?鈥 Uit mijn ooghoek keek ik naar Lance, maar die liet gelukkig niet merken dat ik een rare, overbodige vraag stelde.
Plotseling wees Mikey naar me. 鈥淛ij bent het, h猫?鈥
De rillingen liepen over mijn rug. Wat bedoelde ze? Ik bleef stokstil zitten.
Ze leunde naar voren. 鈥淒e smeris die me in mijn been heeft geschoten.鈥 Ze steunde met haar ellebogen op tafel en tuurde indringend in mijn ogen鈥 die ze natuurlijk niet kon zien door mijn vizier heen. Maar het leek alsof ze recht door me heen staarde. 鈥淗eb je enig idee hoeveel pijn dat doet?鈥
鈥淎ls u niet was weggerend, was dat niet nodig geweest.鈥 Mijn ademhaling trilde. Zou de stemvervormer dat voldoende camoufleren?
Waar ben je mee bezig, Julian? Je doet dit werk al acht jaar. Kom op, laat haar zien wie de baas is!
鈥淎lsof je been eraf wordt gehakt met een brandende bijl: zo voelt dat. Vind je het leuk om onschuldige meisjes pijn te doen? Is dat waar je op kickt?鈥
鈥淥nschuldig?鈥 Lance legde zijn handen in zijn schoot. 鈥淒us u heeft een verweer tegen uw beschuldigingen?鈥
Geweldig. Als verdachten probeerden zichzelf te verweren, slaagden ze er in negen van de tien gevallen alleen maar in om zichzelf nog verder in de nesten te werken. Dat was niet mijn bedoeling.
鈥淗ebben jullie weleens ooit een echte misdadiger gevangen? Een inbreker, een verkrachter, een moordenaar? Of gaan jullie alleen maar achter onschuldige burgers aan?鈥
鈥淗et aantal overledenen ten gevolge van covid-infecties was vorig jaar een factor 20 hoger dan ten gevolge van moord of doodslag,鈥 dreunde ik het standaardantwoord op.
鈥淎chttien om precies te zijn.鈥 Ze gaf me een schamper lachje. 鈥淗et aantal overledenen door vliegertongelukken was nog groter. Maar dat weerhoudt jullie er niet van om met die door ons belastinggeld gefinancierde speeltjes rond te fladderen, nietwaar?鈥
鈥淗eeft u een grootouder... of een oudere moeder?鈥 Ik wist dat alleen haar vader nog leefde. 鈥淒an zou ik nog eens goed nadenken voordat ik het veroorzaken van de verspreiding van covid zou bagatelliseren. Of misschien heeft u een vriendje in een risicogroep?鈥 Er waren geen aanwijzingen voor een vriend in haar flat te vinden geweest. 鈥淥f vriendinnetje of andersoortige partner?鈥 voegde ik er snel aan toe toen ik mijn fout besefte. Ik kon me wel voor mijn kop slaan: een andro茂de zou zo鈥檔 fout nooit maken. En ik trouwens ook niet bij iemand anders.
Ze grijnsde. 鈥淔lirt u met mij, agent?鈥 Ze wreef haar haren in model, likte haar lippen en leunde achterover.
鈥淒us u begrijpt,鈥 nam Lance het gelukkig van mij over, 鈥渉oe belangrijk het is voor de veiligheid van de samenleving om verspreiding van het virus te voorkomen.鈥
鈥淰eiligheid,鈥 schamperde ze. 鈥淛ullie denken dat wij kinderen zijn en jullie zijn pappie en mammie die ons moeten beschermen, h猫?鈥
鈥淒e regels die we met elkaar hebben afgesproken in dit land zijn er鈥︹
Als een roofkat leunde ze ineens weer voorover: alsof ze Lance naar zijn keel wilde vliegen. 鈥淒e regels die j煤llie over 贸ns hebben uitgestort!鈥 Ze accentueerde de woorden 鈥渏ullie鈥 en 鈥渙ns鈥 door met haar vinger op tafel te kloppen. In haar ogen was dezelfde haat te lezen als toen ik haar getaserd had. Ik was blij dat ze naar Lance keek en niet naar mij, hoewel we er natuurlijk hetzelfde uitzagen. 鈥淒e mensen zijn nooit geraadpleegd of ze hun vrijheid wilden opgeven.鈥
鈥淒e regels zijn uitgevaardigd door leiders die democratisch zijn gekozen. Het electoraat snapt dat een samenleving alleen beschaafd en veilig kan zijn, wanneer er grenzen worden gesteld.鈥
鈥淰oor ons eigen bestwil, h猫?鈥 Ze lachte overdreven. 鈥淲ie bereid is om essenti毛le vrijheden op te geven voor een beetje veiligheid, verdient geen van beide. Benjamin Franklin.鈥
鈥淗et is niet voor uw eigen veiligheid, maar voor de veiligheid van anderen. Of zoals John Stuart Mill zei: De enige reden waarvoor macht rechtmatig kan worden uitgeoefend over een willekeurig lid van een beschaafde samenleving is om schade aan anderen te voorkomen.鈥
鈥淛ullie hebben geweld op mij uitgeoefend.鈥 Ze gebaarde boos naar haar been. 鈥淓n de staat is van plan om jarenlang geweld op mij uit te oefenen door mij op te sluiten in een kooi.鈥 Ze zuchtte. 鈥淢urray Rothbard: de enige rechtmatige rol voor geweld is om personen of goederen te beschermen tegen geweld. Alle andere gebruik van geweld is agressie, onrechtmatig en crimineel.鈥
鈥淎angezien men er anderen willens en wetens mee in gevaar brengt, is het verspreiden van nepnieuws en schenden van sociale afstandhoudingsregels agressie.鈥
Mijn hoofd duizelde ervan: dit ging boven mijn pet. De laatste keer dat een verdachte Lance met dat soort filosofisch geblaat om zijn oren had gegooid, was drie jaar geleden. Die Mikey: dat ze slimmer was dan ik, had ik altijd al geweten. Maar zo slim?
Het beangstigde me. Want hoe kon iemand die zo slim was, zo dom zijn om in nepnieuws te trappen, om naar een levensgevaarlijk feest te gaan en om zich langzaam in de verbale muizenval te laten lokken die Lance voor haar aan het zetten was?
Ze schudde het hoofd. 鈥淲oorden doen geen pijn. En als naar een feest gaan agressie zou zijn omdat het risico鈥檚 oplevert, dan is ook vliegen met een vliegert agressie. De enige manier om geen risico te lopen, is door niet te leven. Bovendien is het de staat die nepnieuws verspreidt. Iedereen weet dat de corona-virussen al jaren geleden zijn uitgebannen.鈥
Ik kneep mijn ogen dicht. Hiermee groef ze haar eigen graf.
En toen het hek van de dam was, was de woordenvloed niet meer te stoppen. Een half uur lang preekte ze nepnieuws na complottheorie: de een nog gekker dan de ander: dat er in Oostland geen covid zou zijn, dat de overheid de ware verspreider van nepnieuws en propaganda was, dat de enige covid-doden in Westland mensen waren die de staat uit de weg had willen ruimen, mensen die de 鈥渨aarheid鈥 hadden geprobeerd te vertellen鈥
Diverse keren gooiden Lance en ik er vragen tussen om haar ertoe te brengen anderen aan te geven. Met elk truc die ik kende probeerde ik het. Ik had deze keer extra motivatie: alleen door anderen erbij te lappen, kon ze een zware straf nog ontlopen.
Maar ze trapte er niet in en ratelde maar door: het ene bizarre verhaal na de andere vergezochte samenzwering...
Op een gegeven moment werd het me te veel. 鈥淎ls het u niet bevalt in dit land,鈥 flapte ik eruit. 鈥淲aarom bent u dan niet naar een ander vertrokken?鈥
鈥淲eleens iemand gekend die daarin geslaagd is?鈥
Ik pijnigde mijn hersens op zoek naar een antwoord.
Ze was me voor: 鈥淏ij de grens houden ze iedereen tegen.鈥
鈥淛a, je moet natuurlijk een visum aanvragen, maar er zijn elk jaar tal van mensen die ons land verlaten.鈥
鈥淰isum.鈥 Ze lachte en schudde haar hoofd. 鈥淎l eens gekeken op de site van visumwatch?鈥
鈥淒oor wie bent u op die site terechtgekomen?鈥 probeerde ik het nog 茅茅n keer.
Met een zucht pakte ze haar bekertje op en keek erin. 鈥淜an ik nog iets te drinken krijgen?鈥 Ze smeet het bekertje achteloos weg, leunde achterover en ging met een brede grijs op haar gezicht in haar stoel zitten wippen.
Ik trok de deur van het verhoorkamertje achter ons dicht. 鈥淓n?鈥 vroeg ik voorzichtig en hield de adem in.
鈥淕evaarlijke dame,鈥 antwoordde Lance. 鈥淕oed dat je het niet hebt opgegeven toen ik het wilde.鈥 Hij draaide zich om en begon de gang af te lopen.
Tegen beter weten in had ik gehoopt dat hij iets anders zou zeggen. Ik klapte mijn vizier omhoog en haalde diep adem. Heerlijk frisse lucht鈥 voor zover de airco-lucht in het politiebureau ooit echt fris te noemen is. Chloride blijft hangen in de neus en de voortdurende verneveling van waterstofperoxide met melkzuur was op zijn zachtst gezegd pissig. 鈥淒adelijk nog eens proberen? Misschien dat ze ons toch nog een tip geeft.鈥 Ik volgde hem.
鈥淗et is een poging waard, maar ik denk dat de kans dat ze meewerkt en haar medestanders verraadt kleiner is dan twintig procent. Ze is intelligent, verre van na茂ef en goed ingevoerd in alle complottheorie毛n en haatpraat jegens de overheid.鈥
De moed zakte me in de schoenen.
Twee agenten met een verdachte tussen hen in kwamen ons tegemoet. Ik klapte snel mijn vizier dicht.
鈥淚k denk dat de kans groot is dat ze al een gangmaker is die haar sporen goed heeft weten te wissen,鈥 ging Lance verder. 鈥淥f ze stond juist op het punt om zich tot gangmaker of spil in het nepnieuwscircuit te ontwikkelen.鈥
鈥淎ls ze niet net die ene fout maakte,鈥 vulde ik aan, 鈥漞n zo stom was om dat feest te bezoeken waardoor ze in ons vizier terechtkwam.鈥
鈥淛a, we hebben haar misschien net op tijd opgepakt.鈥
Ter hoogte van de kleedkamer stapten wij opzij en wachtten om het tweetal met de verdachte door te laten. De kleedkamerdeur stond open: er was niemand, diverse kastjes stonden open en de banken lagen vol burgerkleren en handdoeken. Het gebruikelijke zootje. Mijn oog viel op het kastje met Jessies naambordje. Zij werkte toch vandaag niet?
We knikten naar de collega鈥檚 en vervolgden onze weg.
鈥淶al ik haar naar een cel brengen?鈥 vroeg ik.
鈥淟aat haar nog maar even zweten in de verhoorkamer.鈥 Hij draaide ons kantoortje in. 鈥淚k wil een diepteonderzoek op het net doen of ik niet meer sporen van haar activiteiten kan vinden. Dan kunnen we misschien gerichtere vragen stellen en haar voor een hogere strafmaat aanklagen.鈥
Hogere strafmaat. Normaal zou ik blij zijn.
Terwijl hij achter zijn bureau ging zitten, duwde ik de deur van ons kantoortje achter ons dicht. Ik klapte mijn helm weer omhoog.
Lance veegde Mikeys elektronica opzij en liet zijn scherm uit zijn bureau omhoogschuiven. Hij klapte zijn vizier omhoog, pakte de kabel van zijn scherm van zijn bureau en plugde hem in de stekkerdoos in die bij e-genten zit waar menselijke agenten hun mond hebben.
Terwijl ik over zijn schouder keek, voelde ik aan het koordje dat alle menselijke agenten om hun nek hebben.
Beelden flitsten over zijn scherm: kenmerken van Mikeys netprofielen, representaties van verborgen sites鈥
Als hij sporen zou vinden, zou Mikey misschien voor nog meer dan vijf jaar de cel in wandelen.
Mijn duim en wijsvinger gingen automatisch naar de bajonetsluiting waarmee de sleutel aan het koordje hing. Waarom?
Het was toch Mikeys eigen schuld? Zij had ervoor gekozen naar dat feest te gaan en om dat nepnieuws te geloven.
Maar ik was degene die haar had gevangen, ik was degene die door was gegaan met het verhoor鈥
Ik maakte de sleutel los van het koordje en stak het in het sleutelgat in Lances onderrug. 鈥淗et spijt me, Lance.鈥
鈥淲a鈥︹ Hij tilde zijn handen van het bureau op.
Ik draaide de sleutel om en trok het staafje eruit. Hij bleef als een standbeeld zitten, zijn armen bevroren in de lucht, reikend als een hulpeloze baby.
Verbijsterd keek ik naar het cilindervormige staafje: rood met twee koperen pinnen. De powerlink. Sinds de opleiding had ik er geen meer uit een andro茂de getrokken. Het was een veiligheidsmaatregel voor het geval een e-gent op hol zou slaan. De laatste keer dat dat gebeurd was, is een jaar of vijf geleden. Dat hadden we tenminste gehoord. Dus had elke menselijke agent de sleutel van de powerlink van zijn e-gentpartner. Waren die e-genten er nou om menselijke agenten te steunen, of dienden wij in werkelijkheid hen鈥 waren wij er om hen te bewaken tegen over de schreef gaan, of zij om ons te bewaken?
Ik hing de bajonet weer aan het koordje om mijn nek en liet de powerlink onder mijn vest glijden.
Toen ik het verhoorkamertje weer binnenging, zat ze in kleermakerszit op haar stoel. 鈥淒at heeft lang geduurd.鈥 Haar rug recht, een zelfverzekerde glimlach op haar gezicht鈥 dezelfde pose als waarmee ze vroeger altijd aan het bureau in haar studeerkamer zat. Of hoe ik haar aantrof in de universiteitsbieb als ik haar na mijn stage ging ophalen, nog gehuld in mijn besmeurde ketelpak.
Ik reikte haar het bekertje powercola aan.
鈥淓indelijk zeg.鈥 Ze zette het aan haar mond en dronk het in drie teugen leeg.
Ik ging met mijn hand naar de boei waar die aan de tafelring vastzat en drukte met mijn wijsvinger op het slot.
Een klik signaleerde dat de boei de chip in mijn handschoen had ge茂dentificeerd. Ik maakte de boei los en sloot hem om mijn pols.
鈥淥, kinky鈥︹ Ze keek me plagerig aan. 鈥淛ij bent zeker die sadist die me heeft aangeschoten. Of ben je toch de robot?鈥 Ze kneep haar ogen tot spleetjes alsof ze het dan beter kon zien. 鈥淢aar grootmoeder, wat heb jij grote ogen?鈥
鈥淜om mee.鈥 Ik deed een stap naar de deur.
Ze bleef op haar stoel zitten.
Ik gaf een ruk aan haar arm en trok de deur open.
鈥淎uw!鈥 Ze gleed van haar stoel en richtte zich op. 鈥淒at dacht ik al: de sadist.鈥
Ik ging door de deur en trok haar achter mij aan de gang op, mijn best doend niet te hardhandig te zijn.
鈥淥, grote boze wolf, waar brengt u Roodkapje heen?鈥
Besmetme! vloekte ik inwendig: er kwamen ons een paar collega鈥檚 in de gang tegemoet.
鈥淗oeveel onschuldige burgers hebben jullie vandaag al mishandeld?鈥 riep Mikey toen we hen passeerden.
Kon ze nou haar kop niet houden?
De collega鈥檚 weken voor ons uit en groetten me.
Ik groette terug.
Ook toen we langs waren, bleven ze nog naar Mikey kijken. Ik kon me de grijns op het gezicht van de agent wel voorstellen. Ik had geen keus: ik beef doorlopen tot het einde van de gang.
鈥淲at had je in gedachten?鈥 ging ze verder. 鈥淶weepjes misschien?鈥
Ondanks alle stress voelde ik een glimlach op mijn gezicht. Ik hoorde de klapdeuren aan de andere kant van de gang en keek om.
Ja, de collega鈥檚 gingen erdoorheen: de gang was leeg.
Ik draaide me meteen om en rukte aan haar arm. 鈥淜om!鈥
鈥淎uw!鈥 Ze struikelde, maar bleef nog overeind, en schuifelde achter me aan. 鈥淛ij weet ook niet wat je wilt.鈥
鈥淜om nou.鈥 Ik rukte nog eens aan haar arm.
鈥淛e doet me echt pijn.鈥
鈥淪chiet op.鈥 Elk moment kon er weer iemand de gang in komen.
鈥淗elp!鈥 schreeuwde ze. 鈥淚k word鈥︹
Mijn gehandschoende hand lag op haar mond voordat ik het zelf in de gaten had: iets wat echt niet thuishoorde op haar mooie gezicht.
Ze keek me met grote angstige ogen aan.
鈥淪st,鈥 deed ik. Mijn helm vervormde het tot een raar ruisende bromtoon.
Ik klapte mijn vizier omhoog. 鈥淜om mee.鈥 Ik liet haar mond los.
De angst in haar ogen maakte plaats voor verbazing. 鈥淛ulian?鈥 Haar mond viel open. 鈥淲at doe jij hier?鈥
Gelukkig, ze herkende me dus nog. 鈥淗ierin.鈥 Ik wees naar de deur van de kleedkamer.
Ze stoof achter mij de kleedkamer in zonder nog problemen te geven. Snel sloot ik de deur achter ons en maakte de boei los.
鈥淢aar je was toch voor vliegertmonteur aan het leren toen we uh鈥?鈥
鈥淒it werk schuift meer.鈥 Ik wees naar het geopende kastje van Jessie. 鈥淶ij is ongeveer jouw maat.鈥 Ik haalde een beschermvest eruit. 鈥淪chiet op. We moeten je hieruit hebben voor ze ons ontdekken.鈥
鈥淲e gaan effe een tip van onze verdachte na.鈥 Met geopend vizier liep ik naast Mikey, die in Jessies uniform was gehuld, langs de balie. Ze stapte gelukkig mechanisch als een echte e-gent naast me. Ik had het haar maar kort uitgelegd: er was geen tijd geweest voor de volledige training die we op de politieacademie hadden gehad.
De chef gaf me een vuile blik door de polycarbonaatruit heen en ramde op de knop van zijn microfoon. 鈥淗eeft dat grietje een beetje gezongen?鈥 bulderde zijn basstem door de luidspreker.
Ik knikte. 鈥淎ls een kanarie.鈥
鈥淗opelijk weer geen dwaalspoor.鈥
鈥淭ja, dat weet je nooit. Maar als het klopt, zouden we een paar gangmakers te grazen kunnen nemen.鈥
鈥淗ou me op de hoogte. Ook als het niks is, want ik kom poppetjes tekort in de parkwijk.鈥
鈥淎ls het niks is, gaan we meteen die kant op.鈥
鈥淣iks ervan, besmetme!鈥 Hij pakte zijn e-sigaar van zijn bureau. 鈥淛e meldt je netjes en dan vertel ik je waar ik je nodig heb.鈥 Hij stopte zijn e-sigaar in zijn mond.
Ik glimlachte. 鈥淣atuurlijk, chef.鈥
Een stralende zon lachte van hoog in de hemel op ons neer toen we op de binnenplaats van het politiebureau naar mijn vliegert liepen. Geen wolkje aan de lucht.
Ze stapte een beetje onhandig in de vliegert. Ik keek rond. Gelukkig was er niemand die op ons lette.
Ik sprong erin, ging naast haar zitten, trok haar knie毛n uit elkaar en bukte me tussen haar benen.
鈥淒it brengt herinneringen terug,鈥 sprak ze met mechanisch vervormde stem.
Ik klapte mijn vizier op en duwde haar voeten achteruit. 鈥淥pzij, ik moet bij dit paneel.鈥 Ik greep de twee grote draaibouten waarmee het paneel op de passagiersvloer was vastgezet, draaide ze los en gooide ze onder haar stoel. Dat paneel was het deksel van de zekeringenkast. Nadat ik het open had geklapt, bestudeerde ik snel het schema aan de binnenkant. 鈥淚k moet de zekeringen van de radio鈥檚 eruit trekken. Anders kan de chef de besturing van de vliegert overnemen.鈥 Vroeger had ik uit het hoofd geweten welke zekeringen het waren.
Drie stuks trok ik eruit. Nog even controleren.
鈥淧roblemen?鈥 klonk een andro茂destem van buiten de vliegert.
Ik richtte me verschrikt op.
Twee collega鈥檚 stonden verbaasd te kijken wat ik aan het doen was.
鈥淣ee,鈥 antwoordde ik. 鈥淗ier uh鈥 zit een boutje los.鈥 Ik voelde koortsachtig onder de stoel. Waar waren die draaibouten gebleven?
Daar! Daar was er een. 鈥淕evonden!鈥 Triomfantelijk liet ik de paneelbout zien. Demonstratief schroefde ik hem terug. Ik zwaaide nog eens naar de collega鈥檚, klapte mijn vizier dicht en drukte op de vergrendelknop.
De koepel zwaaide dicht, de veiligheidsriemen schoten vast. Ik greep de joysticks, steeg op en verliet het politiebureau richting zuiden鈥 omdat de neus van de vliegert toevallig die kant op stond. 鈥淲aar kun je je verschuilen?鈥
鈥淰erschuilen?鈥 klonk Mikeys elektronisch vervormde stem.
Ik liet even de stuurknuppel los en legde mijn vinger op de knop onder aan haar vizier. 鈥淗ier drukken, dan gaat hij open.鈥
Ze deed het en haar vizier klapte open. 鈥淜unnen we even naar mijn flat om wat spulletjes op te pikken?鈥
鈥淒aar kun je nooit meer naar terug鈥 tenzij je vijf jaar wilt brommen.鈥 Onder ons gleden flatgebouwen als grijze betonblokken voorbij. De graffiti was van hierboven nauwelijks zichtbaar. Hier en daar ontbraken ruiten of waren ze gebroken.
鈥淰ijf jaar? Het was toch maar een feestje?鈥
鈥淒enk na, Mike. Al dat nepnieuws en die complottheorie毛n鈥 Daar staat vijf jaar op. En als ze aanwijzingen vinden dat je een gangmaker bent, kan er tien jaar bovenop komen.鈥 Ik keek even opzij. 鈥淟egit, meid.鈥
Haar gezicht was lijkbleek. 鈥淜an ik me bij jou verstoppen?鈥
Ik schudde mijn hoofd. 鈥淚k heb je geholpen, een voortvluchtige.鈥 Op dat moment pas besefte ik het zelf. Even was ik over mijn hele lichaam koud. 鈥淩echters zijn verre van coulant als agenten voortvluchtigen helpen. Ik zit in hetzelfde schuitje: tien jaar, minstens.鈥
Ze keek zoekend om zich heen en schokschouderde. 鈥淲aar kunnen we dan heen?鈥
鈥淒enk eens na. Je vader, een oud vakantiehuisje ergens, een onderduikadres bij een van je covidontkennersvriendjes鈥.鈥
鈥淣oem me geen covidontkenner!鈥 viel ze ineens uit.
Ik keek haar verbaasd aan. 鈥淢aar dat ben je toch?鈥
Ze was rood aangelopen en dat blauwe adertje op haar slaap klopte. 鈥淣iemand ontkent dat er ooit een covidpandemie is geweest. Ik weet precies waaraan je ouders gestorven zijn, Julian. Ik mocht ze ook. Het waren fijne mensen. Maar de overheid heeft toen gezien: als het volk maar bang genoeg was ergens voor, konden ze de mensen alles opleggen en overal mee wegkomen: dictatuur, tirannie en zelfs moord. Dat hebben ze uitgenut, nu al decennia lang. Ze koesteren en cre毛ren onze angst.鈥
鈥淚k heb genoeg van die onzin aan moeten horen. Vanmorgen tijdens jouw verhoor nog. Snap je niet dat precies dat het is waardoor je nu in de problemen zit? Waardoor wij allebei in de problemen zitten?鈥
鈥淥nzin? Als je denkt dat het allemaal onzin is, waarom heb je me dan geholpen?鈥
Ik keek haar aan en vroeg het me af. Waarom precies had ik mijn toekomst vergooid? 鈥淚k weet het niet.鈥
Maar ik wist het wel: mijn toekomst eindigde al toen ik bij haar weg moest. Wat er ook gebeurde, we waren nu in ieder geval samen. Dus het maakte niet uit of we in een cel terecht zouden komen. Of een voortijdig graf.
鈥淚k had je nooit buiten moeten zetten,鈥 zei ze alsof ze mijn gedachten kon lezen.
鈥淛e hebt me niet buitengezet. Je was alleen de eerste die de realiteit onder ogen zag na de verplichte DNA-test. Ik besefte het uiteindelijk ook, alleen later dan jij. Jij was altijd de slimste van ons twee.鈥
鈥淒e realiteit dat ons huwelijk verboden was. Dat zelfs seks met elkaar strafbaar was. Omdat eventuele kinderen van ons te weinig afweer tegen SARS- en coronavirussen zouden hebben. Bedoel je dat?鈥
Ik knikte. 鈥淰oor de jongeren van nu is het makkelijker. Met die app en die database鈥 als we die toen hadden gehad, hadden we onze compatibiliteit al kunnen scannen toen we elkaar ontmoetten. Dan hadden we om te beginnen nooit een relatie gekregen.鈥
鈥淢akkelijker?鈥 Het blauwe adertje stak weer uit. 鈥淒us dan hadden we als kinderen nooit met elkaar gespeeld, dan waren we nooit verliefd geworden鈥 geloof je het zelf?鈥
Ik keek haar aan en dacht na. Aarzelend knikte ik.
鈥淓n hoe zit het met onze privacy, onze burgerrechten? De overheid heeft het recht niet om ons zo te volgen, om zich zo met onze levens te bemoeien.鈥
Die overheid heeft daar goede redenen toe, dacht ik. Ze heeft de plicht om het volk te beschermen. Maar ik sprak het niet uit.
Ze keek me vorsend aan. 鈥淛e gelooft me niet, h猫? Nog steeds niet.鈥 Ze gooide haar handen wanhopig in de lucht en schudde haar hoofd.
鈥淲aar kunnen we nou鈥?鈥
鈥淚k ben dus alweer de eerste van ons twee die het zich realiseerde,鈥 viel ze me in de rede. 鈥淒at die hele DNA-testerij bullshit was. Een grote leugen. Covid-afweer鈥 het slaat allemaal nergens op. Bangmakerij om ons te kunnen controleren. De overheid had鈥 uh鈥 h茅茅ft het recht niet om twee mensen zoals wij die van elkaar houden met geweld uit elkaar te beuken.鈥
鈥淒ie van elkaar houden鈥 In je flat was er niets dat aan mij herinnerde. Geen foto, geen knuffel, niet eens die schelp die we toen aan het strand hebben opgeraapt.鈥
Ze knikte. 鈥淚k heb alles weggegooid. Het deed te veel pijn. Heb jij nog wat van mij bewaard dan?鈥
De woorden kwamen niet uit mijn strot: ik kon het niet toegeven, maar ook niet erover liegen.
鈥淣a al die jaren?鈥 vroeg ze voorzichtig.
Ik knikte.
Ze legde haar hand op de mijne. 鈥淲e gaan naar het oosten. In Oostland is covid al jaren geleden uitgeroeid.鈥
Ik schoot in de lach. 鈥淭uurlijk. Was dat complottheorie 32 of 33?鈥
鈥淕eloof me nou. Ik heb het goed bestudeerd.鈥
鈥淒us ik moet in dezelfde sprookjes geloven als jij? We zijn geen kleine kinderen meer.鈥
鈥淎ls jij iets beters weet鈥? Ik ken geen verstopplekken. En bovendien鈥 als jij gelijk hebt over die gevangenisstraffen鈥 dan hebben we toch niets te verliezen?鈥
鈥淓n die grens dan? Daar zouden we toch worden tegengehouden?鈥
Ze knikte. 鈥淶e zullen het proberen. Maar ik ken verhalen van mensen die het is gelukt. List, smokkelroutes鈥 en als ik me niet vergis was er een jaar of vier geleden eentje die de oversteek heeft gemaakt met een vliegert.鈥 Ze klopte tegen de koepel. 鈥淒eze dingen zijn toch gepantserd? Wat beter om mee tegen de overheid te vechten dan haar eigen wapens?鈥
鈥淒eze vliegert is ongewapend. Ik ben niet bij een van de militaire politiecorpsen.鈥
Ze schokschouderde. 鈥淗eb jij een beter idee?鈥
鈥淗ou je vast.鈥 Ik duwde de stuurknuppel naar links en maakte een scherpe bocht naar het oosten.
Betonblokken maakten plaats voor rijtjeshuizen met tuintjes. Die gingen weer over in polders en langgerekte dijken, bossen en weilanden, beekjes, riviertjes en meertjes: het terrein van Natuurmonumenten. Nooit eerder had ik me gerealiseerd hoe plat ons land was.
Mikey praatte honderduit. Over dingen die we als kinderen hadden uitgevreten.
Die verlaten auto die we met lekke banden en begroeid met mos in de struiken hadden gevonden. Dat was in de tijd dat gewone mensen nog auto鈥檚 konden betalen. De achterklep was open geweest. Dus waren we erin gekropen en hadden chauffeurtje gespeeld. Naar Afrika, China en Amerika reden we鈥 en toen we op weg waren naar de Noordpool kwam Mikey erachter dat de auto niet meer openging. Uiteindelijk had ik een hendeltje afgebroken en ermee een zijruitje ingeslagen.
Die hut die we op de wei hadden gebouwd uit dode takken en bladeren, waar we naartoe waren weggelopen nadat mijn moeder was gestorven. Daar zouden we blijven, afgezonderd van alle mensen, van alle infecties. Alleen wij twee voor de rest van onze levens. Totdat de volgende ochtend de powercola op was. Toen we thuis aankwamen, was er niemand: mijn vader, haar ouders en weet ik veel hoeveel bekenden en familieleden waren ons aan het zoeken.
Het voelde weer net als vroeger.
Zij praatte, ik luisterde.
Zij verzon het plan, ik voerde het uit.
Zij kreeg straf, ik kreeg straf.
Toen het platte landschap al lang plaats had gemaakt voor beboste heuveltjes, riep zij opeens uit: 鈥淲at is dat?鈥 Ze wees naar rechtsboven.
Ik tuurde naar de schapenwolkjes in het blauw in de verte. 鈥淲at bedoe鈥︹ Ja, een stip voor de wolkjes. Donkerblauw. Hing hij nou stil?
Nee, hij bewoog langzaam naar links. In ieder geval leek het langzaam. Hij was nog ver weg.
鈥淶ouden ze ons zien?鈥 vroeg ze.
鈥淥p zijn gps- en radarschermen in ieder geval.鈥
鈥淲aarom zien wij hem dan niet op de gps-schermen?鈥 Ze wees naar de schermen, die allemaal zwart waren.
鈥淥mdat ik alle radioapparatuur onklaar heb gemaakt, weet je nog?鈥 Ik had er spijt van dat ik alle hoofdzekeringen van de radioapparatuur eruit had getrokken. Als ik even de tijd had genomen om alleen de telemetrie uit te schakelen, hadden de audio-ontvangst en de gps-schermen nog gewerkt. Dan had ik ze kunnen zien komen.
Ik speurde de hemel voor ons af.
鈥淜unnen we hem ontwijken?鈥
Ik wees recht vooruit. 鈥淒aar ligt de grens.鈥
In mijn ooghoek links zag ik iets bewegen. 鈥淣og een!鈥 Ik wees naar links vooruit. Een donkerblauwe stip werd even zichtbaar toen hij langs een schapenwolk passeerde. Ik gluurde op mijn achteruitkijkschermen.
De zon was al ver gedaald maar straalde nog steeds oogverblindend. Dus kon ik niet zien of er ook van achteren vliegerts kwamen. Ik controleerde of onze gordels goed vastzaten, haalde mijn vliegert van de autopiloot en greep de joysticks.
鈥淥mkeren?鈥 vroeg ze.
Ik schudde mijn hoofd. 鈥淲e moeten toch naar de grens?鈥
De twee donkerblauwe stippen voor ons werden groter. Inderdaad vliegerts. Twee kleuren blauw.
鈥淒ouane,鈥 zei ik.
鈥淗ebben hun vliegerts wapens?鈥
鈥淚k hoop het niet.鈥
鈥淗ier ook.鈥 Ze wees naar een van de achteruitkijkschermen.
Daar waren ook al blauwe vliegerts te zien. Drie stuks.
Links en rechts van ons zag ik meer blauwe vliegerts. En recht vooruit doken er weer twee extra op.
鈥淲e zijn omsingeld,鈥 verwoordde Mikey wat ik dacht.
鈥淗ou je vast.鈥 Ik ramde de stuurknuppel omlaag en ging in duikvlucht. Gevechtsvliegerttraining had ik nooit gehad. Dat hoorde niet bij onze afdeling. Maar gelukkig had ik toen ik voor vliegertmonteur leerde wel even in het raceteam van de techschool gezeten. Dat was rond de tijd dat de benaming 鈥渧liegert鈥 was ingevoerd. Vroeger werden die dingen 鈥減assagierdrones鈥 genoemd.
De vliegerts voor ons daalden ook.
Scherend over de boomtappen raasde ik recht op een heuvel af. Twee van de tegemoetkomende vliegerts waren al achter de heuvel verborgen.
Vlak voor de helling boog ik af naar links en bleef op gelijke hoogte langs de rand van de helling vliegen.
Nog maar 茅茅n tegemoetkomende vliegert te zien: schuin linksvoor. De andere drie waren allemaal ergens achter de heuvel.
Even gluurde ik naar links, rechts en de achteruitkijkschermen: de vliegerts achter me waren op ongeveer gelijke afstand gebleven, de vliegerts opzij te ver weg. 鈥淚k hoef alleen de tegemoetkomende vliegerts te omzeilen,鈥 riep ik. 鈥淒an ligt de weg naar de grens open.鈥
Ineens doemde vlak voor me vanachter de helling een vliegert op. Hij volgde de rand van de helling, net als ik, en stevende recht op mij af.
Ik trok een beetje op.
鈥淛ulian,鈥 riep Mikey uit. Ze greep mijn bovenarm.
Gelukkig was mijn grip op de joystick te sterk.
De douanevlieger trok ook op en kwam nog steeds recht op ons af.
Ik daalde scherp鈥
鈥 hij ook.
Dus rukte ik de joystick naar achteren en ging in een steile stijgvlucht. Voor me zag ik alleen blauwe lucht.
Uit mijn ooghoek zag ik dat hij dezelfde stijging maakte.
We zouden elkaar raken鈥 nu!
Ik haalde diep adem, ramde de joystick vol naar links, ging in een tolvlucht en beet op mijn tanden.
We tolden door de lucht. De G-krachten leken mijn lijf uit elkaar te rukken. Wit, blauw, groen en grijs tolden langs. Ik zag sterretjes. Mijn gezichtsveld versmalde tot een tunnel.
Ik duwde de knuppel naar voren en volledig naar rechts, en hapte naar adem.
Het tollen werd minder. De sterretjes ook. Wit veranderde in wolken, groen in boomtoppen.
Wachten, wachten鈥 nu!
Voorzichtig trok ik de stuurknuppel terug.
De wereld tolde nog steeds. Duizeligheid, of tolde de vliegert nog? Ik was misselijk, maagzuur stroomde mijn mond in. Ik slikte het terug. De horizon鈥 waar was de horizon?
Daar!
Voorzichtig stabiliseerde ik de vliegert tot hij weer horizontaal vloog.
Boomtoppen recht vooruit!
Ik trok op.
We schampten wat takken.
Het ging goed.
Opgelucht haalde ik adem en controleerde mijn koers en waar de douanevliegerts waren.
We waren een beetje naar het noorden afgeweken. Ik stuurde bij en gaf vol gas. De douanevliegerts waren niet ver achter me鈥 maar ver genoeg. 鈥淲e gaan het halen!鈥 Ik wees. Voorbij de boomtoppen was de rivier al te zien: de grens tussen Westland en Oostland.
Geen reactie. Ik keek opzij.
Ze zat met haar hoofd opzij, lijkbleek en haar ogen gesloten.
鈥淢ikey!鈥 Ik activeerde de autopiloot en tikte op haar wang. 鈥淢ike.鈥
Ze kneep met haar ogen en knipperde. 鈥淲-wat is er gebeurd?鈥
鈥淲e zijn er bijna.鈥
Ze opende haar ogen en keek verdwaasd om zich heen.
Ik wees weer naar de rivier. 鈥淒aar is Oostland. Ze kunnen ons niet meer tegenhouden.鈥
Ze tuurde in de verte. Langzaam kwam er weer kleur op haar gezicht. Toen een glimlach. 鈥淲e gaan het halen,鈥 prevelde ze.
鈥淚k hoop dat je gelijk had over Oostland.鈥
Een oorverdovende knal dreunde door de vliegert. De motoren jankten en rammelden. De vliegert ging weer in een tolvlucht.
鈥淲at doe je?鈥 riep Mikey uit.
Ik probeerde bij te sturen.
Rook en brandlucht vulden de cockpit. Er zat een barst in de koepel, er klonk gesis achter me, alle dashboardschermen waren zwart.
Ik keek achterom: door een grillig gat zag ik blauwe lucht, witte en zwarte wolken en oranje vlammen. 鈥淗elm dicht, kop en armen intrekken en zet je schrap!鈥 Ik sloot mijn eigen vizier en graaide naar het vizierknopje van haar helm.
De G-krachten maakten dat ik het miste鈥 en nog eens.
Hebbes!
Ik trok mijn armen en kop in, en sloot mijn ogen.
Gebeuk tegen de koepel. We werden door elkaar geschud. Een scheurend geluid鈥 alles werd zwart.
鈥淛ulian.鈥 Van heel ver hoorde ik Mikeys stem. 鈥淛ulian.鈥
Ik probeerde te kijken in de richting van het geluid.
鈥淛ulian.鈥 Het klonk dichterbij. Maar ik zag nog steeds niks. Mijn ogen鈥 ik opende ze, en staarde recht in haar groene pupillen. Ze had haar helm al af, ik blijkbaar ook.
鈥淲at heb je daar?鈥 Ik ging met mijn hand naar haar voorhoofd en veegde het bloed weg. Een snee.
Ze glimlachte alleen maar en haalde haar schouders op.
De koepel boven ons was bijna helemaal weggeslagen: een groot gapend gat, geflankeerd door grillige randen. We zaten tussen boomtakken en uiteengereten stukken vliegert. Je kon niet zien waar de vliegert ophield en de boom begon. Een groot deel van het dashboard was weg, een propeller hing een paar meter verderop in een boom. Achter ons stegen rookkringels op, maar ik rook alleen maar boslucht: de vrijheid.
Afgezien van wat krassen en blauwe plekken konden we heelhuids uit het vliegertwrak kruipen, en vervolgens te voet door het dichte bos ploeteren.
Ik duwde een tak weg, bukte onder een andere door en stapte over het kreupelhout.
鈥淛e weet zeker dat we zijn neergeschoten?鈥 vroeg Mikey die de weggebogen tak van mij overnam en me door het gat volgde.
鈥淗eel zeker.鈥
鈥淲aarom hebben ze ons dan niet gepakt? Zijn we al over de grens?鈥
Ik schudde mijn hoofd. 鈥淒it bos is te dicht.鈥 Ik probeerde een weids gebaar te maken, maar mijn hand knalde tegen een boom. 鈥淗ier kan geen vliegert landen.鈥
鈥淒us we zijn veilig?鈥 vroeg ze met een zenuwachtig lachje.
鈥淣og niet.鈥 Ik bukte onder een dikke tak door.
鈥淢aar we zijn toch al over de grens?鈥
鈥淣别别.鈥
鈥淚k zag dat we over grensposten en prikkeldraad heen vlogen vlak voordat we neergingen.鈥 Ze wees achter ons. 鈥淒aar aan het begin van deze strook bos.鈥
鈥淜an wel zijn, maar officieel is de grens pas halverwege de rivier.鈥 Ik wees vooruit. 鈥淓en paar meter nog. Dan moeten we er zijn.鈥
鈥淲e zijn veilig,鈥 besliste ze. 鈥淶e kunnen nooit sneller dan wij door dit bos heen wringen.鈥
鈥淵ep,鈥 zei ik om haar gerust te stellen. 鈥淜om. We moeten voor het donker ook nog een manier vinden om aan de overkant te komen. Misschien is er ergens een bootje of drijvende boomstam bij de rivier te vinden. Of een soort brug.鈥
Ik hoorde iets. 鈥淲acht.鈥 Met mijn hand omhoog bleef ik stokstil staan. Ik spitste mijn oren. Wat was dat voor geluid geweest? Dat geruis: had ik dat gehoord?
鈥淪tromend water!鈥 Ze kuchte. 鈥淒at is de rivier.鈥
Mijn hart maakte een sprongetje. 鈥淛e hebt gelij鈥︹ Ik gebaarde dat ze stil moest zijn.
Een ander geluid: een gezoem. Staccato, kort. En nog eens: zoem, zoem, zoem鈥 ritmisch gezoem. Het kwam uit de andere richting: van ongeveer waar we het wrak achter hadden gelaten. Een brekende tak.. en weer ritmisch gezoem. Dat waren servomotoren! Servomotoren van鈥
Ik greep haar arm en gaf er een rukje aan. 鈥淥pschieten,鈥 siste ik en sprong door het kreupelhout.
Takken zwiepten tegen mijn lichaam. Ik duwde ze opzij voor Mikey.
Ze volgde me door het de begroeiing. 鈥淲at is er?鈥
鈥淩obothonden. Er zitten robothonden achter ons aan.鈥
We worstelden zo snel we konden verder.
Bij elke tak, elke boom die we passeerden, werd het ruisen van de rivier luider. Maar ook het zoemen van de poten van de robothonden. Er leek geen eind te komen aan het bos.
Plotseling gleed mijn voet weg. Ik kon me nog net aan een tak vastgrijpen. En toen zag ik het: 鈥淒e rivier.鈥 Ik stond boven op een klein hellinkje, me vastgrijpend aan de laatste boom. 鈥淲e zijn er.鈥 Ik reikte achter me naar Mikey.
Ze glimlachte en greep mijn hand.
Achter haar tussen de bladeren glom gepolijst metaal tussen het groen.
Ik trok haar door de laatste takken heen. 鈥淩ennen.鈥 Ik struikelde en gleed het talud af en rende naar het strandje.
Nergens een boot, vlot of brug te zien. Niets wat bruikbaar was om over te varen.
Aan de overkant van de rivier kwamen gestaltes gelopen. Het waren maar schaduwen in de avondschemer. Ze zwaaiden en wenkten naar ons. Ze riepen iets. Ik weet niet of ik het me maar inbeeldde, maar het klonk als: 鈥淗ierheen, zwemmen!鈥
Ik gooide mijn handschoenen uit en begon mijn vest los te gespen. 鈥淭rek dat pantser uit. Anders zink je.鈥 Ik keek even om.
Ze volgde me op de voet, haar handschoenen al uit. Vier robothonden waren nog geen vijftig meter achter ons en naderden snel.
Mijn vest uit gooiend, waadde ik het water in, gespte mijn broek los, rukte hem omlaag en verloor het evenwicht. Ik viel voorover in het water.
Even was het stil om me heen. Water overal. Ik worstelde me naar boven en schopte met mijn benen om mijn broek kwijt te raken.
Mijn laarzen鈥 die was ik vergeten.
De eerste robothond was vlakbij.
Mikey stond naast me in het water en smeet met een ijzingwekkende kreet een van haar laarzen naar het beest.
Mis.
Terwijl ik koortsachtig liggend in het water mijn laarzen uit probeerde te rukken, sprong de eerste robothond op mij af.
Ik probeerde achteruit te krabbelen, maar het beest zou boven op mij landen.
Midden in zijn sprong veegde een log, zwart ding hem uit de lucht. Mikeys andere laars!
Het beest plonsde een paar meter verderop in het water.
Ik rukte uit alle macht mijn eerste laars uit en trok mijn broekspijp uit.
De tweede robothond: hij hapte in de punt van mijn laars en begon me terug aan land te trekken.
Ik spartelde en schopte.
Mikey schopte tegen het lichaam van het robotbeest.
Maar het trok en rukte me onverzettelijk terug.
De andere twee robothonden waren er ook al bijna.
鈥淕a, Mikey, zwem!鈥
Ze schudde het hoofd.
鈥淩ed je!鈥 riep ik nog eens.
Maar met tranen in haar ogen bleef ze tegen de robot schoppen. Ze slaakte een kreet die door merg en been ging.
Op dat moment dreef mijn broek over de kop van het robotbeest heen en verstrikte hem. En plotseling鈥 schoot ook mijn tweede laars uit, compleet met de robothond die stond te spartelen en schudden om zich uit mijn broek te bevrijden.
De rest van mijn broek schoot ook uit, ik draaide me om en dook, Mikey dook de rivier in naast me.
We zwommen, zwommen en zwommen en keken niet meer achteruit, alleen nog maar vooruit. Naar die schaduwen op het strand die naar ons zwaaiden, ons wenkten en ons aanspoorden.
Aan de andere oever tilden sterke handen ons uit het water. Ze droegen overalls in alle kleuren van de regenboog en wikkelden ons in handdoeken.
Mikey kreeg een hoestbui. Ze had zeker water in haar longen gekregen.
Ik kon er ook niks uitbrengen. Ik kon alleen nog maar lachen. Even keek ik achterom en zag de robothonden op de andere oever. En toen lachte ik nog harder.
Mikey was de eerste die de juiste woorden vond. Tussen het gekuch door zei ze 鈥渂edankt, bedankt, bedankt.鈥 En toen het hoesten minder werd: 鈥淲ij vragen politiek asiel aan in Oostland.鈥
Op dat moment werd het pas echt. We hadden het echt gedaan en konden nooit meer terug. Ik keek onze redders even goed aan en mijn lachen verging.
Ze droegen mondmaskers.
Het kamertje leek sprekend op de verhoorkamers bij ons op het bureau. Grijs gekalkte muren, een stevige aan de vloer verankerde tafel en wat eenvoudige stoelen. Zelfs de boei waarmee ik aan de tafel vastzat, was van het zelfde type en merk als de boeien die wij gebruikten. Ik was in ieder geval warm en droog. Maar wat ik helaas ook was, was alleen.
Toen de deur van de verhoorkamer openging, kwam er vreemd genoeg maar 茅茅n persoon binnen: een dame in informele kleding. Een spijkerbroek van een duur merk en een blouse met een ingewikkeld patroontje zo rood als een aardbei. Dat de mensen hier van die felle kleuren droegen. Haar monddoek was al net zo rood. En haar haren waren even blauw als haar spijkerbroek. Bizar.
Ik sprong op. 鈥淲aar is Mikey?鈥
鈥淕aat u toch zitten.鈥 Ze maakte een kalmerend gebaar. 鈥淯 zult moe zijn na de zware tocht die u heeft meegemaakt.鈥 Ze keek me welwillend aan en sloot de deur achter zich. Ging ze me echt in haar eentje verhoren?
Ze nam tegenover me plaats en legde het dossier voor zich neer.
Ik aarzelde, maar ging ook maar weer zitten. Wat kon ik doen, vastgeboeid aan de tafel? Ik had hier geen handschoenen om boeien mee te openen.
鈥淢ijn naam is Tabitha Koster,鈥 begon ze. 鈥淚k ben co枚rdinator voor de opvang van nieuw-aangekomenen.鈥
Ik fronste鈥 sprak die dame dezelfde taal als ik? 鈥淢ikey, mijn uh鈥︹
鈥淯w reisgenote?鈥 vroeg ze.
Ik knikte.
鈥淶e maakt het goed. U hoeft zich geen zorgen om haar te maken.鈥
鈥淲aar is ze dan?鈥
鈥淓en collega ontfermt zich over haar. Ik ben uw persoonlijke contactpersoon.鈥 Ze haalde een kaartje uit haar borstzak en legde het voor me op tafel. 鈥淗ier kunt u me te allen tijde bereiken.鈥
Op het kaartje stonden haar naam en adresgegevens. Ik schudde het hoofd. 鈥淲aarom zijn we niet bij elkaar? We moeten bij elkaar zijn.鈥
鈥淒at zult u zijn. Over drie weken.鈥
Ik opende mijn mond om iets te zeggen.
Ze stak haar hand op en gebaarde me om te zwijgen. 鈥淣a al die strubbelingen en ontberingen die u heeft moeten doormaken, moeten die paar weekjes quarantaine toch geen probleem meer zijn? En u moet toch inzien鈥 wij kunnen met pandemiegevaarlijke ziektekiemen geen risico nemen. Die kunnen we niet in onze samenleving loslaten. Wij hebben de plicht om zowel onze burgers en maatschappij te beschermen鈥 als onze eventuele nieuwe burgers.鈥 Ze wees naar mij.
鈥淨uarantaine?鈥 Ik schudde verward het hoofd. 鈥淢aar ze had vert鈥 ik bedoel ik had gehoord uh鈥 men zegt dat er in Oostland geen virussen zijn.鈥
Ze schoot in de lach. 鈥淕een virussen is een tikje overdreven. Maar we doen inderdaad ons best om ze buiten te houden, in ieder geval de gevaarlijkste soorten. Vooral covid-varianten鈥 zo worden die pandemievirussen toch ook genoemd waar u vandaan komt?鈥
鈥淒us covid-virussen bestaan?鈥
Ze trok een verbaasde frons. 鈥淣atuurlijk bestaan ze. Helaas wel.鈥
Het voelde alsof ik helemaal leegliep. Ik wist het: dan was Mikey nog zo slim, ze was dus nog steeds niet slim genoeg om niet bedot te worden.
鈥淏en ik ziek? Of Mikey?鈥
鈥淎ls u binnen de komende weken geen symptomen ontwikkeld, heeft u niets onder de leden. Daarna wordt u vrijgelaten en kunnen uw vriendin en u weer samen zijn en zich vrij in ons land bewegen om hier een nieuw bestaan op te bouwen.鈥
Samen en vrij. Ik voelde de glimlach op mijn gezicht doorbreken. 鈥淢aarre鈥 jullie hadden toch medicijnen om covid en andere infecties te genezen?鈥
Ze schudde het hoofd. 鈥淲e hebben een vaccinatie voor de covid-variant die nu rondwaart en voor de meeste varianten van de afgelopen jaren. Nou ja鈥 strikt genomen is het geen vaccinatie. Echte vaccinaties blijken niet altijd goed te werken voor deze categorie van virussen. Dat is een van de redenen waarom ze zo verraderlijk en gevaarlijk zijn, en waarom we er alles aan doen om ze buiten ons land te houden. Maar we hebben een middel dat zorgt dat uw immuunsysteem optimaal gewapend is tegen de infectie, mocht u die krijgen. Dus in het algemeen valt dan de ziekte mee. En dat middel zorgt ook dat uw afweersysteem鈥 laten we zeggen: niet overdrijft en uw eigen lichaam gaat aanvallen, hetgeen met veel van deze virussen het grootste probleem is.鈥
鈥淣ou, kunt u mij dat spuitje dan nu meteen geven?鈥 vroeg ik. 鈥淓n Mikey ook?鈥
Ze schudde het hoofd. 鈥淒at kan pas als we zeker zijn dat u niets onder de leden heeft. De injectie werkt averechts als u al ge茂nfecteerd bent. U en uw vriendin ontkomen dus niet aan een beetje quarantaine.鈥
鈥淲aarom mogen we dan niet bij elkaar zijn? Als een van ons iets had gehad, hadden we elkaar al lang aangestoken.鈥
Mogelijk.鈥 Ze tuitte haar lippen. 鈥淢aar daar kunnen we niet zeker van zijn. En anders brengen we een van jullie onnodig in gevaar.鈥 Ze leunde naar me toe en keek me diep in de ogen. 鈥淟uister, ik snap het: het is moeilijk om van je geliefde gescheiden te zijn. Maar het is echt voor ieders bestwil en het duurt maar een paar weken: die zijn zo voorbij. Dat kunnen jullie toch wel?鈥
Ik zuchtte en gaf haar een berustend knikje.
鈥淧rima, prima.鈥 Ze sloeg het dossier open. 鈥淓n er valt natuurlijk ondertussen nog meer werk te verrichten. Wat bent u voor iemand, waarom en hoe bent u hiernaartoe gekomen? Dat moeten we ook allemaal weten voordat we iemand kunnen loslaten op onze samenleving. Dus zullen we eens beginnen met: wat u kunt? Heeft u bijvoorbeeld een vak geleerd?鈥
鈥淛a, het was heel vreemd om het eens van de andere kant mee te maken,鈥 zei ik lachend. 鈥淚k zat de hele tijd te denken welke verborgen vallen er in haar vragen verstopt zaten. Maar uiteindelijk heb ik er geen kunnen vinden.鈥
Mikey lachte op het kleine scherm op het nachtkastje naast mijn bed. Haar lach ging over in een hoestbui.
鈥淕aat het?鈥 vroeg ik.
Ze knikte, ging overeind zitten op haar bed en hoestte in haar elleboog. Kleermakerszit, zoals ik van haar gewend was. Wat ik kon zien van haar quarantainekamertje leek het sprekend op het mijne. Lichtgroen gekalkte muren met een paar schilderijtjes aan de wanden. Een bed, een bureautje en een toilet. Een gevangeniscel, maar dan een stuk vriendelijker en vrolijker aangekleed. Ook haar pyjama was qua model identiek aan de pakjes die ik me herinnerde van ninja-films. Alleen was de hare een kakofonie van paars en felblauw, de mijne was rood en geel. 鈥淚k ben gewoon nog wat uitgeput van al dat geren.鈥 Ze hijgde en hapte naar adem. 鈥淒at ben ik niet gewend.鈥 Ze gaapte.
Automatisch gaapte ik mee. 鈥淢isschien moeten we dan maar gauw gaan slapen? Bijkomen van alle inspanningen?鈥
Ze knikte. 鈥淒at lijkt me het slimste.鈥
鈥淶ie je wel, dat ik ook slim kan zijn?鈥 zei ik grijnzend.
Ze lachte. 鈥淒oe jezelf niet tekort. Jij was degene die slim genoeg was om niet in de problemen te komen met de autoriteiten. Als ik dat had gedaan, had je me niet hoeven bevrijden.鈥
鈥淓n dan waren we ook niet meer bij elkaar gekomen,鈥 vulde ik aan.
De glimlach die ze me gaf, deed denken aan hoe ze lachte toen onze vriendschap voor het eerst was overgegaan in een relatie. Ze was gelukkig, eindelijk weer gelukkig.
鈥淲elterusten, schat.鈥 Ik tuitte mijn lippen en maakte een klapzoen naar haar in de lucht. 鈥淚k bel je meteen morgenvroeg weer.鈥
鈥淪laap lekker, lieverd.鈥
Ik sloot het scherm af. 鈥淟icht uit.鈥 De lampen in het plafond gingen uit, ik draaide me op mijn zij en trok de deken over me heen.
Het was op de ochtend van de derde dag van ons verblijf in quarantaine dat ze niet antwoordde toen ik haar belde. Ik bleef het proberen. Urenlang. Wat kon ik anders doen?
Ja, er waren hier boeken, films en muziek die ik via het scherm kon afspelen. Maar al dat boeide me niet.
Een paar uur later werd er op mijn deur geklopt. Ik was net mijn opdrukoefeningen aan het doen.
鈥淏innen!鈥 Ik krabbelde op.
De deur ging open, Tabitha kwam binnen. Deze keer droeg ze een oranje blouse en mondmasker. 鈥淚k heb minder goed nieuws. Misschien kun u beter even gaan zitten.鈥
Ik greep de rugleuning van de stoel bij het bureautje. 鈥淚s er iets met Mikey?鈥
鈥淶e is ziek geworden. Het is covid.鈥
鈥淲aar is ze?鈥 Ik deed een stap naar voren.
Ze hield haar handen afwerend voor zich.
De deur achter haar was nog open. Op de gang stonden twee brede mannen met mondmaskers op naar binnen te kijken.
鈥淯 kunt niet naar haar toe. Ze is heel besmettelijk. Maar er wordt goed voor haar gezorgd. Ze ligt in onze Diepte-Pleeg-afdeling.鈥
鈥淲ordt ze beter?鈥
Ze fronste even. 鈥淲e doen er alles aan. Ze krijgt de beste medicijnen en verzorging. Maar ik zal u niets wijsmaken: ze is heel erg ziek.鈥
鈥淲at zijn haar kansen?鈥 Ik trok de stoel onder het bureau vandaan.
鈥淔ifty-fifty鈥 misschien een beetje slechter. Ze heeft niet veel afweer tegen deze ziekte.鈥
Ik zeeg neer op de stoel. 鈥淒us we mogen nooit meer bij elkaar zijn?鈥 Ik staarde naar de vloer.
鈥淗oe komt u nou daarbij? Als ze beter wordt en de ziekte weer kwijt is, kunnen jullie toch gewoon weer samenzijn?鈥
Verbaasd keek ik haar aan. 鈥淢aar mijn afweer dan? Onze afweersystemen samen鈥︹
鈥淯 heeft de ziekte niet,鈥 viel ze me in de rede. 鈥淣og niet. En met elke dag dat de ziekte zich niet openbaart, is de kans groter dat u hem ook niet meer krijgt.鈥
Ik kraakte mijn hersens. 鈥淒us als ik hem nog wel krijg, d谩n mogen we niet meer samenzijn?鈥
Er verscheen een heel diepe denkrimpel in haar hoofd. 鈥淢isschien ben ik niet duidelijk genoeg geweest. Er is niets dat jullie samenzijn in de weg staat als jullie over een paar weken allebei gezond zijn.鈥 Ze haalde haar schouders op.
Ik snapte het allemaal niet precies. Dus schraapte ik mijn keel en sprak schor: 鈥淶org goed voor haar.鈥
Ze knikte en gaf me een kneepje in mijn schouder. Ik vroeg me af of mij aanraken wel volgens de regels zou zijn. De regels hier in Oostland waren niet te begrijpen.
Bijna precies een week later stond ze weer in mijn kamer. 鈥淗et spijt me. We hebben er alles aan gedaan, maar de infectie was te hardnekkig.鈥
Ik staarde alleen maar naar haar schoenen: muntgroen met zwierige rode en oranje symbooltjes. Vreemd land, dat Oostland.
Het ruikt hier net zo fris als in het bos aan de grens van Westland. Gelukkig staan de bomen hier lang niet zo dicht bij elkaar. Grindpaadjes kronkelen tussen de bomen en graven door. Je kunt er gemakkelijk op lopen, eventueel zelfs met een paar man naast elkaar. Anderhalve meter afstand als je iemand passeert鈥 dat zou net niet lukken. Maar het is een tweede natuur die je maar moeilijk afleert, ook al hoef je het in dit land niet. Geen covid-politie die je ertoe dwingt, geen gevaarlijke ziektes die het nodig maken. De mensen dragen hier in het openbaar ook geen mondmaskers, alleen als ze met mogelijk besmette mensen in aanraking komen, zoals in de quarantaine-unit waar ik drie weken heb gezeten.
Ontspannen slenter ik met mijn emmertje water en spons in mijn ene hand en de rode roos in de andere naar de witte grafsteen. Tussen de roze, gele en blauwe stenen hier ziet het graf er misschien een beetje saai uit. Maar misschien ben ikzelf ook een beetje saai.
Ik kniel bij het graf, zet de emmer neer en leg de roos ernaast. 鈥淛e had gelijk, Mikey. Oostland is mooier dan je je kunt voorstellen. Alle gebouwen hebben hier andere vormen en kleuren, de ene al wilder dan de andere. Er zijn extreem grote gebouwen en extreem kleine: alles door elkaar. Als er een plan achter zit, heb ik het niet kunnen ontdekken.鈥
Ik maak de spons nat en begin de steen te boenen. 鈥淶e hebben hier trouwens niet alleen etalagestraten, maar ook straten met winkels. Je weet wel: net als op het net. Maar dit zijn gebouwen waar je echt in kunt rondlopen, samen met andere mensen. En daar kun je de spulletjes die er te koop staan vastpakken en van alle kanten bekijken. En je kunt er kleren passen in hokjes die niet na elke klant ontsmet worden.鈥 De huiveringen lopen nog steeds over mijn rug als ik eraan denk. 鈥淛a, dat schijnt hier echt niet nodig te zijn. Niet dat ze hier niet hard werken om tegen de pandemie毛n te vechten, hoor. Maar ze doen het gewoon op een andere manier. En die schijnt ook te werken.鈥
Ik sta op en poets het gedeelte waar haar naam in gouden letters staat. 鈥淓n dan de markten: daar staan niet alleen aanhangwagens en vrachtvliegerts, maar ook kraampjes met echte verkopers erachter: mensen die je spullen verkopen. Die geven je dingen aan en dan betaal je ze. En de personenvliegerts鈥 ja, ik weet zeker dat ik je daar al over heb verteld. Maar ik kan het nog steeds niet geloven: die dingen zijn hier niet alleen voor de regering. Gewone mensen kunnen zich hier in vliegerts verplaatsen. En wat voor vliegerts? Ik werk nu toch bij die werkplaats? Daar laten ze me vooral de oudere vliegerts onderhouden en repareren. Want de modernste vliegerts van ons鈥︹ Ik schiet in de lach. 鈥淣ou, wij lopen wel tien jaar achter op de technologie hier. Maar ik zweer het je: dat leer ik ook nog allemaal. En ik ben aan het sparen: als ik goed mijn best doe, kan ik over een paar jaar misschien mijn eigen vliegert kopen.鈥
Met een diepe zucht laat ik mijn spons in de emmer vallen, raap de roos op en leg hem op het graf. Ik slik de brok in mijn keel weg.
Hees breng ik eruit: 鈥淛e had gelijk, lieve schat:: het is hier het paradijs.鈥